Vergapen aan oude beautyrituelen is iets wat ik graag doe, want daarna weet ik weer waarom het toch zo leuk is dat we in 2015 leven. Leuk om te lezen hoe de eerste cosmeticaproducten ontstonden, maar we hebben het nu toch echt een stuk beter voor elkaar dan toen. Lees je mee?
In Egypte probeerde Cleopatra haar eeuwige jeugd te behouden door elke dag te badderen in een melkbad. Dit bad bevatte vele antioxidanten en zorgde dat haar huid gehydrateerd bleef. Vervolgens smeerde ze haar lijf in met mirre- of cassisolie vermengd met wat honing voor een extreem zachte huid.
De dames in Japan wisten al vroeg dat het scrubben van de huid zorgde voor een egale en lichte teint. Zij gebruikten hiervoor adzukiboontjes en rijstekorrels. Voor het vochtbehoud maakten zij gebruik van rozenbottel of jojobaolie. Deze laatste wordt tegenwoordig nog steeds veel gebruikt in cosmetica en staat bekend om zijn vochtbindende en herstellende werking. Ook waren zij gek op het gebruik van vogelpoep, hiermee haalden zij hun witte make-up van de huid af en maakten zij de huidteint nog witter en egaler. Dit effect ontstond door de stof guanine in de vogelpoep en wordt tegenwoordig nog steeds graag gebruikt in Japan.
In het Middenoosten brachten ze lood aan op zowel wimpers, wenkbrauwen als oogleden. De lippen werden gekleurd met kwiksulfide. Een loodvergiftiging her en der werd voor lief genomen, het was vooral belangrijk er mooi uit te zien.
Engeland spant wel de kroon, want daar gebruikten ze Belladonna oftewel Nachtschade, om ogen te laten stralen. Deze plant vergrootte namelijk de pupillen, het jammere was alleen wel dat je er blijvend blind van werd.
Wat hebben wij het nu toch goed voor elkaar met onze cremes en make-up hè dames?
-----
Door: Danique Wolferink © | Dit blog zelf gebruiken | Alle rechten voorbehouden |